Toen we in Macedonië kwamen, vonden we geen rust maar werden we van alle kanten belaagd:
van buitenaf door vijanden, van binnenuit door zorgen. Maar God geeft moed aan wie terneergeslagen is, en door de komst van Titus heeft Hij ook ons moed gegeven. En niet alleen daardoor, ook door diens bericht over de manier waarop u hem bemoedigd hebt. Hij heeft ons verteld hoe graag u ons weer wilt zien, hoezeer u om dat voorval treurt en met hoeveel overtuiging u zich aan mijn kant hebt geschaard. Hierdoor werd ik met blijdschap vervuld. Ook al heb ik u met mijn brief verdriet gedaan, ik heb er toch geen spijt van. Aanvankelijk wel, maar nu ik weet dat mijn brief u slechts voor korte tijd verdriet deed, ben ik blij dat ik hem geschreven heb. Niet omdat u verdriet hebt gehad, maar omdat u daardoor tot inkeer bent gekomen. U had verdriet op een manier die God wilde, ik heb u dus in geen enkel opzicht geschaad. Verdriet dat God geeft leidt tot inkeer die men nooit berouwt en tot redding; verdriet dat de wereld geeft leidt alleen maar tot de dood.